Vertalingen au travers FR>NL
[otʀavɛʀ]1 en passant, en traversant - door(heen)
'L'eau est passée au travers.'
Het water is er door(heen) gekomen.
passer au travers
(= échapper à un danger) - ontsnappen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `au travers`

Voorbeeldzinnen laden....